Kaakgewrichtsklachten

Kaakgewrichtsklachten en pijnlijke kauwspieren kunnen zeer verschillende oorzaken hebben. Ze kunnen spontaan ontstaan of door bijvoorbeeld operaties, ongevallen, injecties of overbelasting. Over het algemeen zijn kaakgewrichtsklachten, een beperkte mondopening en/of pijnlijke kauwspieren meer hinderlijk dan gevaarlijk. Vooral afbijten, kauwen, drinken, praten, lachen, geeuwen, zingen, zoenen en tandenpoetsen zijn activiteiten waarbij hinder wordt ondervonden. Bij de meeste mensen nemen de klachten na verloop van tijd weer af en kan de mond weer zonder noemenswaardige hinder worden gebruikt. Om uw klachten te verminderen is het belangrijk dat u de kaakgewrichten en de kauwspieren zo veel mogelijk rust geeft. Dat wil zeggen: niet te zwaar belasten, maar wel bewegen.

Naar de kaakchirurg

Als u in verband met kaakgewrichtsklachten wordt verwezen naar de kaakchirurg, maakt u een afspraak in het ziekenhuis bij de secretaresse van de kaakchirurg. Na onderzoek door de kaakchirurg en eventueel het vervaardigen van een röntgenfoto volgt een gesprek met uitleg over de bevindingen bij het onderzoek. In eerste instantie zal de behandeling vaak bestaan uit algemene adviezen, zo nodig pijnbestrijding en eventueel oefeningen.

Algemene adviezen

  • U kunt beter het wijd openen van uw mond vermijden, ook als u geeuwt of lacht. Ondersteun zo nodig de onderkaak, zodat de mond minder ver open gaat.
  • Als u eet, gebruik dan niet uw voortanden om iets af te bijten. Voor het kaakgewricht is het minder belastend als u voedsel met uw hoektanden en/ of kiezen afbijt. Stop kleine hoeveelheden voedsel in de mond.
  • Gebruik geen erg hard of taai voedsel, zoals bijvoorbeeld taai vlees, oude kaas, nootjes, harde appels, stokbrood, rauwe wortels en dergelijke.
  • Soms is het beter om alleen zacht voedsel zoals gehakt, puree, appelmoes en brood zonder korst te eten of het voedsel met bijvoorbeeld een staafmixer te malen.
  • Vermijd langdurige belastingen van het kaakgewricht door gewoonten zoals nagelbijten, tandenknarsen, kiezenklemmen en kauwgom kauwen. Gebruik uw tanden niet als gereedschap om dingen, bijvoorbeeld balpennen of spijkers, vast te houden of om draadjes door te bijten.
  • Als u kauwt, moet u juist aan die kant kauwen waar uw kaakgewricht pijn doet. Dit is belangrijk omdat er anders te veel ‘schuine belasting’ komt te staan op de kant van het gewricht waar u klachten heeft.
  • In uw geval is het juist belangrijk om aan beide kanten evenveel te kauwen.
  • Het is belangrijk om bij een eventuele behandeling uw tandarts te informeren over uw klachten; u mag uw mond niet te lang wijd openen.

Pijnbestrijding

Als u ernstige pijnklachten heeft, is het belangrijk dat u onderstaande aanwijzingen opvolgt. De kaakchirurg zal met u bespreken of deze aanwijzingen ook voor u gelden.

  • Als u pijn heeft, kunt u deze verzachten door driemaal per dag het kaakgewricht met een infrarode lamp te bestralen. Bestraal het kaakgewricht niet langer dan tien minuten en zet de lamp op 30 centimeter afstand van het pijnlijke gewricht.
  • Neem de eventueel voorgeschreven medicijnen volgens voorschrift in. Gebruik geen andere medicijnen tegelijkertijd zonder overleg met uw behandelend arts.

Oefeningen

Vanwege de uiteenlopende oorzaken van kaakgewrichtsklachten hoeven niet alle oefeningen voor u van toepassing te zijn. De kaakchirurg zal met u bespreken welke oefeningen voor u geschikt zijn. Doet u geen oefeningen die niet geschikt voor u zijn.